Vee

Vee

Melkkoeien

Op ons bedrijf melken we ongeveer 100 koeien. Tot 2008 hadden we alleen Holstein Frisian koeien op stal staan, dit is het ras dat door de meeste melkveehouders in Nederland – en zelfs ter wereld- gebruikt wordt voor de melkproductie. We vonden dat deze koeien te kwetsbaar werden omdat ze zo gericht zijn op melk geven, dat dit bij ziekte te zeer ten koste gaat van de koe zelf. We zijn op zoek gegaan naar een ras waarmee we zouden kunnen kruisen, zodat we vitalere koeien zouden krijgen. Sinds 2008 zijn we dan ook aan het kruisen gegaan met Fleckvieh. Dit is de welbekende Milka-koe van de reclame. Maar dan zonder lila velletje. Ook wel bekend als de bergkoe uit de Alpen. In de alpen krijgen deze koeien gras van de alpenweides, boordevol kruiden en robuuste grassen.

Koeien zijn herkauwers en varen er wel bij om zoveel mogelijk ruwvoer (gras, hooi, stro, mais etc) te eten, zodat ze lekker kunnen herkauwen. Brokjes hoeven ze niet te herkauwen, maar zijn soms wel nodig om het energieniveau van de koe op peil te houden als ze toch veel melk geeft, een tijdje na het afkalven. We proberen onze koeien dan ook zoveel mogelijk ruwvoer op te laten eten en ze krijgen alleen brokjes als de melkproductie die ze op dat ogenblik geven meer energie kost, dan het dier uit ruwvoer kan opnemen.

“Zo houden we de koeien gezond en hebben we lage krachtvoerkosten.”

Sinds we met Fleckvieh begonnen zijn, zien we de veearts kosten omlaag gaan, en de gezondheid van de koeien is sprongen vooruit gegaan. We zien het al direct bij de geboorte van een kalfje. De kalfjes komen vitaler ter wereld en in 95% van de gevallen redt de koe zichzelf met afkalven en hoeven we niet mee te helpen. De Fleckvieh koeien geven in eerste instantie wat minder melk. Maar na verloop van tijd maken ze dat helemaal goed. Het grote voordeel is dat ze veel langer gezond blijven en daardoor veel duurzamer op het bedrijf productief zijn. Daardoor houden we dieren over, waar we andere boeren weer blij mee kunnen maken.

Vleesvee

Een koe moet eerst een kalfje krijgen om melk te geven. Bijna ieder jaar krijgen koeien dan ook een kalfje. Ongeveer de helft van de kalfjes is een stiertje. Deze zal nooit melk gaan geven natuurlijk. Omdat de Fleckvieh koe een dubbeldoel koe is,

“Een dubbeldoelkoe is geschikt voor de melkproductie én geschikt voor de vleesproductie”

zijn de stiertjes die op It Fryske Hiem geboren worden super geschikt voor de vleesproductie. In tegenstelling tot de gespecialiseerde stierenhouders, gaan de dieren van It Fryske Hiem in de zomer de wei in met het jongvee als ze os geworden zijn. Hierdoor groeien ze veel langzamer – natuurlijker – en duurt het dus ongeveer vier keer zo lang voor onze dieren slachtrijp zijn in vergelijking met de rose-vlees productie die in Nederland meestal voorkomt. De dieren krijgen voornamelijk vers gras te eten, en in de winter op stal, ander ruwvoer. Maar doorgaans geen krachtvoer, alleen als ze nog heel jong zijn. Dan hebben ze het ook nodig voor de beginontwikkeling.

Omdat de dieren van nature erg gezond zijn, worden ze nauwelijks ziek en als ze een keer ziek worden, overwinnen ze dat op eigen kracht. We hoeven de dieren dan ook niet met antibiotica te behandelen.

“Hierdoor kunnen we garanderen dat het vlees 100% antibiotica vrij is.”

Vlees van Fleckvieh koeien staat bekend om de mooie marmering. Fleckvieh vervet niet en het vet dat ze hebben, zit prachtig om de spierbundeltjes heen. Dit voegt smaak en malsheid  toe aan het vlees en smelt weg tijdens de bereiding. Doordat de dieren langzaam gegroeid zijn, blijft een lapje in de pan ook net zo groot als voor het de pan in ging. Het krimpt nauwelijks dus.

Kalfjes

Elk jaar worden er zo’n 100 kalfjes geboren bij It Fryske Hiem. Meestal redelijk verspreid over het jaar. Als je een keer op een excursie komt, laten we ze zien en misschien mag je wel een kalfje de fles geven!

Honden en katten

Op een boerderij zijn er altijd muizen. Om die te bestrijden op een natuurlijke manier lopen op It Fryske Hiem verschillende poezen rond. Ze zijn ook heel lief, maar kunnen soms een beetje eenkennig zijn.

Hond Tess en jonge hond Lila zijn de waakhonden van het erf. Tenzij u kwade bedoelingen heeft, hoeft u ondanks hun luide geblaf om u welkom te heten, echt niet bang voor ze te zijn. Ze vinden het alleen maar gezellig als er meer mensen zijn. Als ze het niet leuk meer vinden zoeken ze wel een rustig plekje op.